Visie

Ouderschap

De geboorte van een kind wordt door alle ouders zeer intensief beleefd. Er verandert dan ook veel. Vóór de geboorte hebben de partners een relatie met elkaar. Ná de geboorte zijn ze ouders geworden en vormen ze een gezin. De vader en de moeder kunnen daarin een verschillende belevingswereld hebben. De partners leren elkaar op een nieuwe manier kennen.

Maar iedere ouder leert ook zichzelf op een nieuwe manier kennen. Er worden nieuwe gevoelens ervaren, die een positief, maar ook een negatief karakter kunnen hebben. Een kind roept vreugde en geluk op, maar stelt ons ook op de proef. En binnen het hele scala van gevoelens nemen de angstgevoelens een speciale plek in. Ze roepen vragen op: "Doe ik het wel goed?" of  "Er zal toch niets gebeuren met m'n kind of met mij?" Omdat angst vaak zo onvruchtbaar is doet zij een appèl op de opvoeder om er iets tegenover te stellen. Soms helpt inzicht om de angst te ontzenuwen, maar vaak is dat niet genoeg. Om structureel iets aan de angst te doen kan het nodig zijn om bewust te gaan werken aan de kracht van het vertrouwen. Vertrouwen in de weg die een kind gaat, ook al zullen daar onverwachte en zelfs ongewenste gebeurtenissen een rol bij spelen. Waar angst vaak ons eigen probleem is, kan vertrouwen juist een kracht worden waarin een kind gedijen kan. Vertrouwen geeft groeikracht.

Een warm nest

Zonder een warm nest kan een kind eigenlijk niet gedijen. Liefde is de belangrijkste kwaliteit van een warm nest. Met de liefde en de bemoediging die het kind ontvangt, zal het zich kunnen hechten aan de mensen om zich heen, zal het zich veilig kunnen voelen en de wereld vol vertrouwen tegemoet kunnen gaan. Met een warm nest bedoelen we ook letterlijk warmte, want een klein kind heeft veel warmte nodig om te groeien en zich te ontwikkelen.

Soms lijkt het wel of opvoeden- in de vorm van grenzen stellen- in strijd is met liefde en warmte. Als je grenzen stelt, moet je kracht en gedecideerdheid uitstralen, terwijl liefde en warmte toch meestal geassocieerd worden met zachtheid.  Bij liefde voor het kind hoort echter ook het aanbieden van veiligheid en duidelijkheid, zonodig met kracht en gedecideerdheid (en dat is lang niet altijd leuk en gezellig).

Een Australisch gezegde luidt: "Geef je kind wortels en vleugels".


Alles op zijn tijd

Het is van vitaal belang dat elke ontwikkelingsfase grondig doorgemaakt wordt en dat het kind de tijd krijgt die het daar voor nodig heeft.  Door te voelen, te proeven, te luisteren en te bewegen maakt een jong kind zich de wereld eigen. Het is de kunst om bij de opvoeding het gezonde midden te vinden tussen te veel stimuleren en te weinig uitdaging geven. In het algemeen neigen we in onze tijd naar het versnellen van de ontwikkeling, waarbij vooral de intellectuele vermogens gestimuleerd worden. Dat betekent een verarming van de baby- en peuter/kleutertijd, waar spel en fantasie als rijke krachten tot bloei kunnen komen.


Bescherming

Bij een jong kind gaan alle indrukken veel dieper naar binnen dan bij volwassenen. Een jong kind is onbevangen en heeft nog niet de buffer van het begrip opgebouwd, waarmee je als volwassene de dingen die je ziet en die je overkomen kunt plaatsen en begrijpen. Bij een jong kind gaat alles zó diep naar binnen dat het doorwerkt tot in het lichamelijke. Mede vanwege dit gegeven worden door alle deskundigen de eerste drie levensjaren als de meest kwetsbare en meest bepalende in de vorming van een kind beschouwd, zowel voor de latere gezondheid als voor het psychisch welbevinden. In deze jaren is een kind afhankelijk van zijn ouders, die zien wat het nodig heeft en het zo veel mogelijk beschermen tegen ongewenste prikkels en ervaringen. 

Echte ervaringen

Onder echte ervaringen verstaan wij die ervaringen waarmee het kind, vanuit zijn eigen belevingswereld, wat kan en die positief bijdragen aan zijn ontwikkeling. Allereerst zijn dat alle zintuiglijke ervaringen die het kind via de huid, de ogen, oren, de neus en mond opdoet. Echt is de geur van het bos, het luisteren naar een vogel, het afbijten van een appel, het gevoel van het koude zand. Echte ervaringen zijn die van vallen en opstaan. Van omrollen, klimmen en klauteren, in evenwicht blijven op het fietsje en een hoge toren bouwen. Van met echte trek aan tafel gaan zitten, van nat en koud worden op de fiets en weer lekker opwarmen thuis. Als we er op uit zijn het kind alleen maar prettige ervaringen te bezorgen, zal dat het ontwikkelen van sociale vermogens in de weg staan. Bovendien bestaat het gevaar dat het kind de intensiteit en de uitdaging van het leven, waar leuk en niet leuk elkaar afwisselen, gaat missen en onbewust steeds meer prettige ervaringen zoekt om dat gemis te compenseren.

Ieder kind heeft een eigen lot

Kinderen uit het zelfde gezin zijn vaak heel verschillend. Opvoeding en erfelijkheid zijn niet allesbepalend. Het kind brengt ook iets eigens mee, dat in de loop van de kindertijd steeds duidelijker zichtbaar wordt. Ieder mens heeft zijn eigen lot waarin aanleg, vermogens en onvermogens en ziekten een rol zullen spelen. Bij het ene kind kan het stralende, zonnige en makkelijke de boventoon voeren. Bij het andere kunnen ziekten, het niet lekker in het vel zitten en lastig-zijn de kleur bepalen. Het ene kind voel je van nature aan. Bij het andere loop je regelmatig vast en gebeurt het je steeds dat je voor je gevoel niet goed reageert.  De wetenschap dat dit voor een deel het lot van het kind is kan rust en acceptatie geven, zeker in periodes dat het moeilijk gaat. Want met liefdevolle zorg en een goede opvoeding kun je niet alle problemen die een kind op zijn weg tegenkomt voorkomen. En omgekeerd hoeft het niet per definitie aan de opvoeding te liggen als een kind het moeilijk heeft.


Doen en nadoen

Om menselijke vaardigheden te leren heeft een kind het menselijk voorbeeld nodig. Zuigelingen en peuters/kleuters staan open voor alles wat er in hun omgeving gebeurt en ze doen alles spelenderwijs en vaak ongemerkt na. Daardoor is het voorbeeld dat je als ouders geeft het meest elementaire opvoedingsmiddel in de eerste levensjaren. Daarbij wordt niet alleen wat je doet en zegt waargenomen, maar ook hóe je het doet en wat je intenties zijn. Hoe meer het lukt om de dingen die je doet met zorg, liefde en plezier te doen, des te positiever het werkt. Dat betekent dat er werk aan de winkel is, want bijna geen enkele ouder heeft die vermogens vanzelf in huis. 


Opvoeden op je eigen manier 

Elk kind is verschillend en geen enkele ouder is hetzelfde. Een groot deel van het opvoeden bestaat uit goed naar je kind kijken en naar hoe het reageert op de dingen die je als ouder doet. Het bestaat ook uit goed naar jezelf kijken en luisteren, zodat ook je eigen behoeftes een plek kunnen krijgen. Verder is opvoeden een kwestie van doen, waarbij elke ouder fouten maakt. Want voor de meeste ouders betekent het krijgen van een kind een sprong in het diepe, terwijl je voor je gevoel niet goed weet hoe je moet zwemmen. Opvoeden is niet een kwestie van vermijden wat verkeerd is, maar doe wat je goeddunkt, ook al ben je daar misschien nog zo onzeker over. Bij opvoeden hoort het spanningsveld van het streven om het goed te doen én het weten dat het onvermijdelijk is dat je fouten maakt. Het is de kunst om niet te hoge eisen aan jezelf als opvoeder te stellen en bereid te zijn om te leren van de fouten die je maakt. Iedereen moet het ouder-zijn leren!